Basketballen

Het Spel
aanvallend opzicht wordt basketbal gespeeld door de bal op de grond te stuiten (stilstaand, dan wel dribbelend lopend met de bal) of door deze aan een medestander toe te spelen, te passen. Binnen de door de schotklok toegestane tijd van 24 seconden moet een scoringspoging worden ondernomen. Dat wil zeggen dat de bal binnen een bepaalde tijd de basket moet raken. De schotklok, die de duur van een aanval beperkt, is ingesteld om tegemoet te komen aan de snelheid en daarmee aan de aantrekkelijkheid van het basketbalspel.
In het moderne basketbal wordt, afhankelijk van de afstand van waarop wordt geschoten, met een goal twee of drie punten gescoord (de zogenaamde twee- en driepunters). Een vrije worp levert één punt op. De verschillende veldspelers nemen verschillende strategische posities in; de center en power-forward in de nabijheid van de basket, de small-forward en shooting-guard rond de driepuntlijn en de point-guard brengt de bal van de ene naar de andere zijde van het speelveld, om deze aan een van zijn medespelers toe te spelen. Daarmee proberen zij hun veld zo goed mogelijk te verdedigen. Het team dat aan het einde van een 4 × 10 minuten (FIBA) of 4 × 12 minuten (NBA) durende basketbalwedstrijd de meeste punten heeft gescoord wint. In het geval van een gelijkspelwordt de wedstrijd in één of meer verlengingen van vijf minuten (zowel FIBA als NBA) beslist. Het scoreverloop en andere belangrijke wedstrijdgegevens worden bijgehouden op het wedstrijdblad.
Het verdedigende team probeert het aanvallende team van scoren te weerhouden en poogt zelf de bal te bemachtigen. Een aantal strategieën wordt toegepast om de tegenstander de bal te doen verliezen. Wanneer een aanvallend team het balbezit uit handen geeft, is er sprake van een turnover. Balverlies kan worden geleden als gevolg van een steal van een tegenstander, wanneer een speler met de bal buiten het speelveld geraakt of een loopfout begaat, wanneer hij een aanvallende fout begaat, als een schot door een tegenstander wordt geblokt of wanneer de bal na een mislukte doelpoging door de tegenstander via een defensieve rebound wordt bemachtigd. Wanneer een speler de bal aan een scorende medespeler toespeelt, die daarop een doelpoging kan doen, spreekt men van een assist.
Bepaald fysiek contact, met name wanneer hier voordeel mee wordt behaald, kan worden bestraft met een persoonlijke fout; onsportief gedrag wordt bestraft met een onsportieve fout. Commentaar op de scheidsrechters of technische staf kan een technische fout opleveren. Wanneer een speler een voor de wedstrijd bepaald aantal fouten begaat, wordt hij van het spel uitgesloten. Bij bepaalde niet-toegestane balbehandelingen, zoals lopen met de bal of tweemaal dribbelen (double dribble of second dribble), gaat het balbezit naar de tegenstander.
Het Spelveld
In basketbal heet het speelveld een basketbalveld. Het bestaat uit een rechthoekig oppervlak met aan beide korte kanten een basket. In het professioneel basketbal, met name wanneer het binnen wordt gespeeld, is de ondergrond van hardhout, meestal van eiken. Wanneer basketbal buiten wordt gespeeld, is er meestal sprake van een asfalt ondergrond. Basketbalvelden hebben verschillende afmetingen. In de NBA is een veld 94 feet lang en 50 feet breed (28,65 bij 15,24 meter), een FIBA-veld is met 28×15 meter iets kleiner (vanaf 26×14 meter kan een veld ook goedgekeurd worden). De basket hangt altijd op een hoogte van 3,05 meter (behalve in jeugdcompetities, waar de basket doorgaans op een hoogte van 2,60 meter hangt) en het middelpunt van de basket ligt op 1,575 m vanaf de achterlijn. Het veld heeft twee zij- en achterlijnen, een middenlijn, een vrijeworplijn (op 5,80 meter van de achterlijn) en een driepuntlijn (op 6,75 m vanaf het middelpunt van de basket; tot 2010 was dat 6,25 m[1]). Verder wordt er nog een middencirkel (waar elk spel aanvangt met een sprongbal) en een zogenaamde bucket, het gebied direct om de basket, onderscheiden. De bucket is het gebied voor de basket, het is met lijnen aangegeven, 6 meter breed. Het is het gebied tussen de vrijeworplijn en de achterlijn en de cirkel om de vrijeworplijn. Tot 2010 was dit een trapeziumvorm, tegenwoordig is het een rechthoek.[1] De basket bevindt zich op 1,2 meter van de achterlijn. De basket heeft een diameter van 0,45 meter, het backboard is 1,80 meter breed en 1,05 meter hoog. De onderkant van het bord bevindt zich op een hoogte van 2,90 meter, de basket is op een hoogte van 3,05 meter, op bord bevestigd. De afstand van de driepuntlijn is in de geschiedenis van het spel meermalen gewijzigd; in NBA-wedstrijden bevindt de driepuntlijn zich verder van de basket dan bij internationale wedstrijden het geval is, namelijk 7,23 meter.
De Regels
-Basket, backboard en bal
De originele basket was een rieten perzikmand, die bevestigd was aan de achterwand van een gymzaal. Het type korf en de positie ervan waren echter onpraktisch en in 1897 werd het backboard geïntroduceerd. In 1914 werd de bodem uit de mand verwijderd, zodat de bal na een score door de mand heen kon vallen en niet na elke score de bal uit de mand gehaald hoefde te worden. In 1921 werd de basket 60 cm van de muur geplaatst, om te voorkomen dat de muur als hulpmiddel gebruikt werd, in 1940 werd de basket nog eens 60 cm verder in het speelveld geplaatst, dit om meer beweging onder de basket mogelijk te maken. De originele bal had een omtrek van 81 cm, in 1931 werd dit 79 cm en in 1935 mat een basketbal tussen de 74,9 en 76,8 cm. De omtrek van het backboard is 1,80 bij 1,05 m het zwarte/rode/oranje of groene vierkant zit precies in het midden van het board deze is 0,59 bij 0,45 m.
-Spelers, wisselspelers en teams
De originele regelgeving van Naismith vermeldde niet het aantal spelers dat op het speelveld werd toegestaan. In 1900 werd een aantal van vijf spelers standaard, waarbij een speler steeds gewisseld mocht worden, behalve als hij 5 fouten maakte. Vanaf 1921 mocht een speler tweemaal gewisseld worden en in 1934 driemaal. In 1945 verdween de limiet op het aantal keer dat een speler gewisseld mocht worden. Coachen gedurende een wedstrijd was verboden, maar werd in 1949 gedurende time-outs toegestaan. Initieel werd een speler na twee fouten van het spel uitgesloten, in 1911 en 1945 veranderde dit in respectievelijk vier en vijf fouten. In de FIBA wordt een speler na vijf fouten uitgesloten, in de NBA na zes fouten.
-Schotklok en tijdslimieten
De eerste tijdslimiet werd ingesteld in 1933, waarbij een team verplicht werd binnen een tiental seconden nadat balbezit verkregen was over de middenlijn te komen. Deze regel werd tot 2000 in stand gehouden, waarna deze door de FIBA tot acht seconden werd gereduceerd, de NBA volgde een jaar later. De drie-secondenregel, die aanvallende spelers verbiedt om langer dan drie seconden in de bucket te verblijven, werd in 1936 ingesteld. De regel werd origineel geïnduceerd om grof spel tussen de (grote) spelers onder de basket te voorkomen; nu wordt het vooral beschouwd als een regel om het voordeel dat verworven wordt door (te) dicht bij de basket te wachten op te heffen. De schotklok werd in 1954 in de NBA geïntroduceerd, om tegemoet te komen aan de snelheid van het spel. Een team werd verplicht binnen 24 seconden na verkregen balbezit een doelpoging ondernomen te hebben, waarbij de ring van de basket wordt geraakt. Wanneer dit gebeurt, of wanneer de tegenstander de bal bemachtigt, wordt de schotklok gereset. In 1956 stelde de FIBA een soortgelijke 30-secondenregel in, waarbij de schotklok na een doelpoging gereset werd. De FIBA definieerde de term doelpoging minder strikt dan de NBA. De FIBA ging in 2000 over op de 24-secondenregel en adopteerde de strengere definitie van een schotpoging, waarbij de bal de ring van de basket dient te raken, van de NBA. Een gemist schot, waarbij de 24 seconden verstrijken wanneer de bal nog in de lucht onderweg is, gold als een overtreding van deze regel; in 2003 werd dit opgeheven, mits de bal de ring raakte. Vanaf 2015 werd de schotklok op 14 seconden gebracht als de aanvallende ploeg na een schotpoging de ring raakt en opnieuw in balbezit komt (offensieve rebound).
Er zijn twee mogelijkheden om 24 seconden te verkrijgen en drie mogelijkheden om veertien seconden te verkrijgen.
24 nieuwe seconden: - Als de tegenploeg in balbezit komt. - Als er een overtreding gemaakt wordt op de aanvallende ploeg op de verdedigende helft.
Veertien seconden: - Als er een overtreding gemaakt wordt op de aanvallende ploeg op de aanvallende helft wanneer er minder dan 14 seconden overbleven. - Als de bal met de voet geraakt wordt wanneer er minder dan 14 seconden overbleven. - Als de bal de ring raakt bij een doelpoging en de aanvallende ploeg komt opnieuw in balbezit.
-Fouten, vrije worpen en overtredingen
Dribbelen, het al lopend de bal op de grond doen stuiteren, hoorde niet tot het originele basketbal en werd pas in 1901 geïntroduceerd. Destijds mocht een speler de bal slechts een keer stuiten en mocht bovendien niet schieten nadat hij dit gedaan had. In 1909 mocht een speler de bal, in stilstand, meer dan eens stuiten en bovendien een doelpoging ondernemen nadat hij dit gedaan had. Lopen met de bal wordt sinds 1900 niet meer als een fout, maar als een overtreding aangemerkt, wat inhoudt dat als straf het balbezit naar de tegenstander gaat. De bal met de vuist slaan werd ook een overtreding. Vanaf 1930 werd het spel stilgelegd en hervat met een sprongbal, wanneer een verdedigde speler in balbezit, de bal meer dan vijf seconden aan het spel onttrok. Sindsdien geldt dit als een overtreding. Goaltending werd een overtreding in 1946 en aanvallend goaltending in 1958. Goaltending is het tegenhouden of aanraken van de bal nadat deze na een schotpoging een dalende lijn heeft ingezet. De vrije worp werd al snel na de uitvinding van basketbal geïntroduceerd. In 1895 werd de vrijeworplijn op 4,6 meter afstand van de basket vastgesteld, deze had zich tot dat moment op 6,1 meter van de basket bevonden. Vanaf 1924 moeten spelers tegen wie een fout wordt begaan zelf hun vrije worpen nemen. In 1998 introduceerde de NBA een boog met een diameter van 1,22 meter rond de basket, waarbinnen aanvallende fouten niet werden toegekend. Dit om te voorkomen dat verdedigende spelers onder de basket afwachten totdat een aanvallende fout tegen hen wordt begaan.
-Scoren en veldmarkeringen
Oorspronkelijk werd alleen het aantal scores bijgehouden, zonder hieraan een weging mee te geven. Toen de vrije worp geïntroduceerd werd, was deze gelijk aan een velddoelpunt. In 1896 werd aan een velddoelpunt twee punten toegekend en aan een vrijeworp een punt. De American Basketball Association (ABA) introduceerde met haar oprichting in 1967 de driepunter, een velddoelpunt gescoord van achter de driepuntlijn. De FIBA introduceerde de driepuntlijn in 1984 op 6,25 meter vanaf het midden van de basket. De in de NBA rechthoekige bucket werd in 1951 verbreed van 1,8 naar 3,7 meter. In 1956 introduceerde de FIBA haar trapezoïde bucket, 3,6 meter breed ter hoogte van de vrijeworplijn. De FIBA verbreedde dit in 1961 naar 6 meter en de NBA naar 4,9 meter, beide de huidige standaarden.
-Wedstrijdleiding, formaliteiten en procedures
Oorspronkelijk was er een scheidsrechter ter beoordeling van fouten en een scheidsrechter ter beoordeling van balbehandelingen. Deze oorspronkelijke benamingen van referee en umpire gelden tot de dag van vandaag, ondanks het feit dat ze nu beiden alle aspecten van het spel controleren en gelijkwaardig zijn. De NBA introduceerde een derde leidsman in 1988, de FIBA volgde en paste het in 2006 voor het eerst in internationaal competitieverband toe. Scheidsrechterlijke beslissingen worden niet gesteund door videobeelden. Alleen wanneer onduidelijk is of een laatste schot van een wedstrijd binnen de tijd viel wordt een beroep gedaan op beeldmateriaal. De NBA maakt gebruik van deze uitzondering sinds 2002. de FIBA nam dit in 2006 over.
De scheidsrechters worden terzijde gestaan door assistenten zoals een scorer (alle punten en overtredingen worden geprotocolleerd), een tijdwaarnemer (bij ieder fluitje wordt de tijd gestopt) en de tijdwaarnemer voor toetsing van de 24-secondenregel (men heeft 24 seconden voor een doelpoging).
Na een gescoord punt, wordt de bal weer in het spel gebracht van achter de achterlijn door het niet-scorende team. Tot 1938 werd het spel na elke score hervat met een sprongbal, hier werd ten faveure van het niet-scorende team vanaf gezien. De sprongbal werd nog wel gebruikt om elke wedstrijd en elke periode aan te vangen. Vanaf 1975 hanteert de NBA een ander balbezitsysteem en vangen het tweede tot en met het vierde kwart niet meer aan met een sprongbal, alleen het begin van een wedstrijd, het eerste kwart, begint met een sprongbal. De FIBA nam dit in 2003 over. In 1976 stelde de NBA een regel in die het teams toestaat om na een toegestane time-out de bal tot aan de middenlijn te brengen in de laatste twee minuten van een wedstrijd. De FIBA volgde in 2005.
Geschiedenis
Basketbal lijkt veel op korfbal, maar mag niet worden verward met dit spel zoals dat in Nederland wordt gespeeld. Basketbal is een van de weinige sporten die uit het niets werden uitgevonden in 1891. Sportleraar James Naismith, Canadees en docent aan een opleidingsinstituut voor de YMCA in Springfield (Verenigde Staten), riep 18 studenten van zijn klas bij elkaar, verdeelde hen in twee ploegen van negen spelers en stelde voor elke ploeg een aanvoerder aan. Bedoeling is een indoorspel waarin de vaardigheid meer dan de fysieke kracht het spel bepaalt. De doelen worden met behulp van perzikmanden op drie meter hoogte aan balkonrails bevestigd. Zo begon de allereerste basketbalwedstrijd, gespeeld met een voetbal. Aanvankelijk verloopt het spel nogal traag, omdat na elk doelpunt telkens iemand de bal uit de mand moet halen; pas rond 1900 werden de manden vervangen door een ring met een baldoorlatend net. Maar de naam 'basket' verwijst nog immer naar de perzikmand.
Gedurende de jaren twintig van de 20e eeuw ontstonden over heel Amerika professionele ploegen. De organisatiegraad was echter niet hoog. Competities en ploegen verschenen en verdwenen, spelers veranderden op regelmatige basis van ploeg. De wedstrijden gingen meestal door in schuren of in danszalen. Het is pas in 1949 dat met de oprichting van de National Basketball Association (NBA) een eerste echt standvastige competitie ontstaat.
Basketbal werd voor het eerst opgenomen in het programma van de Olympische Spelen in 1936, hoewel het in 1904 al eens beoefend werd in het demonstratieprogramma. De Verenigde Staten zijn altijd de dominante ploeg geweest. In München (1972): Sovjet-Unie, Moskou (1980): Joegoslavië, Seoel (1988): Sovjet-Unie en Athene (2004): Argentiniëslaagden ze er niet in de olympische titel te behalen. Het Dream Team (1992) en zijn opvolgers herstelden het Amerikaanse overwicht, maar ondanks de vele NBA-spelers wonnen de Verenigde Staten in 2004 'slechts' brons.
Sinds 1950 worden er voor de mannen wereldkampioenschappen georganiseerd. Ook hier zijn de dominante naties de Verenigde Staten, Joegoslavië en de Sovjet-Unie. Enkel in de beginperiode tot 1963 konden Zuid-Amerikaanse landen als Argentinië en vooral Brazilië daar iets aan wijzigen.
Ook in het vrouwenbasketbal zijn de Verenigde Staten (Olympische Spelen) en de Sovjet-Unie (wereldkampioenschappen) gedurende decennia de dominante ploegen geweest. Belangrijk voor de evolutie van het vrouwenbasketbal is de oprichting van de Women's National Basketball Association geweest. Profiterend van de professionele structuur van grote broer NBA werd het vrouwenbasketbal grondig geprofessionaliseerd.
Nederland
De Nederlander Hubert van Bleijenburg, de directeur van de Utrechtse Militaire Gymnastiek- en Sportschool, nam in 1926 de basketbalsport mee vanuit Springfield, de plaats waar Naismith de basis legde. Pas in 1930 kreeg basketbal meer bekendheid in Nederland, via Lew Lake, jeugd- en sportleider van de Londense YMCA. De Nederlandse afdeling van de YMCA nodigde Lew Lake uit om een cursus te geven in Amsterdam. Dat sloeg enorm aan. In 1930 werd er al een toernooi georganiseerd, waaraan ook het Londense YMCA-team deelnam. In 1931 speelde men een demonstratiewedstrijd in het Amsterdamse concertgebouw. Het duurde echter tot na de oorlog voordat de Nederlandse Basketball Bond (NBB) werd opgericht.
De AMVJ (Algemene Maatschappij voor Jongeren) is de eerste Nederlandse basketbalclub. De bovengenoemde Lew Lake introduceerde basketbal daar in 1930. Voor veel spelers was basketbal een beetje een tweede sport. Veel teams hoorden bij Amsterdamse korfbalverenigingen. In tegenstelling tot de Verenigde Staten waren er in Nederland nauwelijks sportzalen, iets wat de ontwikkeling van basketbal vertraagde. Het duurde tot 1956-1957 eer zich wat meer districten aanmeldden bij de NBB. Het gebrek aan sportzalen betekende dat er bijna geen competitiebasketbal werd gespeeld, met als gevolg dat het ledental in de eerste twintig jaar van het bestaan van de NBB groeide van duizend tot slechts 8.000.
Nederlandse Basketball Bond
Toen de Nederlandse Basketball Bond op 15 juli 1947 werd opgericht, begon de bond met iets minder dan duizend leden en waren 120 teams uit Amsterdam, Haarlem en Rotterdamaangesloten. Basketbal was een sport die op dat moment nog niet in het hele land werd beoefend. Vooral in Amsterdam werd basketbal gespeeld. Logisch is het dan ook dat de NBB voortkwam uit de in 1945 opgerichte Amsterdamse Basketball Bond.
De Nederlandse Basketball Bond is gevestigd in het Huis van de Sport te Nieuwegein en is onderverdeeld in vijf rayons: West, Noord-Holland, Noord, Oost en Zuid.